Hoe bestaat het toch dat er zoveel kennis is over het menselijk brein, emoties en psychische klachten maar toch zo weinig mensen hier iets over leren/weten. Kinderen leren eenmaal van hun ouders en op school hoe ze met emoties om moeten gaan. Helaas hebben de meeste ouders en leraren het zelf ook niet aangeleerd, laat staan hoe je dit aan een kind kan leren. In mijn ogen een gemiste kans. Ben ik boos op deze leraar? Ja want hij had dat nooit zo mogen zeggen tegen mij. De andere kant is dat hij ook maar gewoon zijn best deed.
Gevoelige kinderen en maatstaven
Als kind was ik altijd al gevoelig en zelfbewust. Iets wat zijn positieve kanten heeft want hierdoor ben ik zorgzaam, kan ik goed zelf reflecteren en intenser genieten van dingen. Ook heeft het zijn nadelen, ik kan dingen heftiger opvatten dan dat ze bedoeld worden, spanning en emoties van anderen voelen en ben ik gevoeliger voor prikkels. Door mijn ADD (waarvan ik pas sinds 2024 de diagnose heb) is mijn brein wat anders dan bij anderen. Leren kan ik wel maar daar zitten wat voorwaarde aan om dit te laten lukken. Iets waar de meeste scholen niet op ingesteld zijn en geen tijd voor hebben. Je moet kunnen leren als ieder ander kind.
Al vanaf het consulatie bureau word je naast een maatstaaf gelegd om te zien of je wel binnen de norm valt. Leer je wel snel genoeg praten, groei je goed genoeg enz. Scoor je onder de ‘norm’ krijgen de ouders te horen wat hun ‘niet goed’ doen. Het kind wordt extra in de gaten gehouden op de gebieden waarop ze ‘achter lopen’. Je kan als baby in deze maatschappij dus al achterlopen op de ‘norm’. Natuurlijk zijn ze ontworpen om vroegtijdig problemen te herkennen in de opvoeding of in de ontwikkeling van een kind waar extra ondersteuning bij nodig is. Toch kan vergelijken met andere vervelende gevolgen hebben. Deze maatstaven zetten zich voort op alle scholen die je hierna volgt. Vervolgens word je door de maatschappij bestempeld als hoog of laag opgeleid wat gelijk staat aan slim of dom. In mijn ogen is dit de grootste onzin ooit. Hier later meer over.
De maatstaven hebben mijn onzekerheid vergroot en misschien is het wel een van de grootste boosdoeners geweest. In groep 1 of 2 moest ik naar de logopedie wat ik verschrikkelijk vond. Hier moest ik heen omdat ik te veel sliste en niet goed articuleerde voor mijn leeftijd. Kreeg ik de schoolrapporten terug waarop ik gemiddeld of net onder gemiddeld scoorde. Tijdens schoolgesprekken vertelde ze dat ik achterliep met leren schrijven en lezen. Daarnaast kreeg ik in privé en op school vaak te horen dat ik een verlegen meisje was. Dat was ik misschien ook wel maar juist omdat het zo enorm vaak benoemd werd in mijn bijzijn werd het erger en erger. Waarom mocht ik niet gewoon een introvert kind zijn en moet het bestempeld worden met verlegen op een meestal een negatieve toon. Waarom moet ik als kind met elke (in mijn ogen) wildvreemde volwassenen een praatje willen houden? En nog steeds heb ik weinig behoefte aan smalltalk. Er is toch niks leuks aan om met de collega van je ouders te praten over je school, laat mij maar gewoon lekker spelen.
Op school vergeleek ik mij ook meer en meer met anderen en merkte ik zelf ook op dat het leren mij niet zo makkelijk afging als bij de rest. Vriendjes en vriendinnetjes begreep ik niet altijd en hun mij ook niet (mijn manier van denken is eenmaal anders). De volwassenen om mij heen hadden niet door hoeveel ik meekreeg als kind. Waar veel volwassenen dan zijde ‘o dat begrijpt ze toch nog niet’ of ‘ze heeft het niet door’, had ik wel alles door. Ik voelde mij dan gekleineerd, alsof ze dachten dat ik dom was.
Toen de onzekerheid zo groot werd over wie ik was uitte ik dit thuis. Ik zei dan dingen als: ‘Ik kan helemaal niks goed’, ’ik ben dom’ en ‘ik ben slecht in…’. Mijn ouders vonden dit natuurlijk niet leuk voor mij en probeerde mij gerust te stellen. Dit deden ze door het te ontkrachten of te benoemen wat ik wel goed kon. Toch was dit niet wat ik nodig had, dat konden hun ook niet weten en ze deden hun best. De onzekerheid bleef bestaan en ik moest met mijn ouders naar school toe om hierover te praten met de leraar. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Er werd gevraagd waar ik onzeker over was en er werd gesproken tussen mijn ouders en de leraar. Ik weet niet alles meer van het gesprek maar wat ik wel weet is hoe ik mij voelde. Onzeker, kwetsbaar, beoordeeld en voor schut gezet. De leraar zei tegen mij, ‘Maggy je hoeft niet onzeker te zijn dat is niet nodig. Vanaf nu niet meer onzeker zijn’. Ik deed mijn best om niet te huilen en dacht nou lekker dan, ik mag niet onzeker zijn anders krijg ik een beschamend gesprek zonder hulp of handvaten. Dit is een van de momenten geweest dat ik besloot niet meer te praten over mijn onzekerheden. Dan maar voor mijzelf houden want niemand helpt mij en ik word er alleen maar op afgestraft.
Goed genoeg
Alle mensen willen zich goed genoeg voelen. Dit kunnen wij meten in ons werk door volgens protocol te werken en te doen wat er van je gevraagd wordt. De maatstaven zijn ook een soort indicatie of je ‘goed genoeg’ bent. Ze zijn gemaakt op het gemiddelde mens. Alleen is niemand 100% een gemiddeld mens. Wij willen goed genoeg zijn zodat je geaccepteerd wordt door anderen mensen. Wat voortkomt uit een ver verleden. Mensen zijn kudde dieren en om te overleven moet je je aansluiten bij een kudde. Kudde dieren stoten elkaar af als ze zwak of ‘anders’ zijn omdat dit een gevaar voor de groep kan vormen. De andere optie is de zwakke beschermen. Logische verklaring maar wel bruut zeker omdat wij niet hoeven te vechten met wilde dieren om te overleven. Toch dragen wij het nog steeds bij ons. Als wij twijfelen of iets goed genoeg is dan kan dit een gevoel van onzekerheid geven. Als dit bevestiging krijgt dan groeit de onzekerheid. Door dit gevoel ga je jezelf of je werk aanpassen. Soms ten goede van jezelf of je werk maar dit kan er ook voor zorgen dat je continu een zogenaamd masker opzet of je eigen grenzen voorbij gaat. Veel van mijn cliënten en ook ik zetten een masker op en gaan compleet over onze eigen grenzen heen. Alleen maar om geaccepteerd te worden. Mijn cliënten werden bijv op school gevraagd om niet zo te wiebelen (ook al helpt dat bij concentreren en prikkels verwerken). Moeten zich niet zo laten afleiden door anderen of in ernstige gevallen krijgen ze het advies Pesters maar gewoon negeren zonder steun te krijgen. Mensen met concentratieproblemen mogen geen koptelefoon op om zichzelf te beschermen voor prikkels van buitenaf. Als dat al mag worden ze door klasgenoten gek aangekeken omdat ze ‘anders’ zijn. Leraren beschikken niet altijd over voldoende kennis om hierop in te spelen. De klas degelijk uitleg te geven hierover en het pesten te minimaliseren. Bij gedragsproblemen zoals hyperactiviteit, agressie krijgt een kind vaak een straf op het ongewenste gedrag en worden ze bestempeld als ‘lastig’. Dit doet wat met een kind zijn zelfbeeld want elke vorm van gedrag heeft een functie wat een voordeel heeft voor het kind. Daarnaast is het ene kind energieker als de ander maar als je dit verplicht moet onderdrukken voor het grootste gedeelte van de dag dan uit zich dit vanzelf op een later moment. Vaak heftiger of komt er ander gedrag voor in de plaats. Hetzelfde is dat als je niet mag lachen omdat het een serieus moment is maar je eigenlijk wel een beetje moet lachen. Hoe meer je het onderdrukt hoe groter het gaat voelen. Je barst dan alsnog in lachen uit ook al is het niet gepast of je bent zo druk bezig met het onderdrukken dat je niet meekrijgt wat er besproken wordt. Volwassenen kunnen beter en makkelijker emoties of gedrag uitstellen dan kinderen. Best wel crue als je het zo bekijkt. Dat wij van kinderen vragen om zich continu aan te passen aan de norm of het gemak van de ander terwijl het niet aansluit bij wat hij nodig heeft. En de stap uitvragen waarom het kind doet wat hij doet, word vaak overgeslagen of al zo boos gevraagd dat het niet eerlijk durft te antwoorden. Zo krijgt het kind vanzelf de overtuiging ik ben lastig of ik ben een kutkind. Zeker als de woorden erbij komen als ‘nou pietje is het weer zover je doet dat altijd’ of als de leraar al zucht als dat ene kind de klas in komt lopen.
Tuurlijk moeten kinderen wel leren wanneer iets wel/niet kan of wat wel/niet mag maar het is van belang dat er ook naar het kind geluisterd wordt en de manier waarop je iets beloond/afstraft.
Iedereen is uniek
Het zou goed zijn als er een onderdeel komt in het leerplan over emoties, communicatie en coping. Zodat kinderen spelenderwijs hierover leren. Dit zou naast verlaging van pestgedrag op scholen een hoop psychische klachten kunnen voorkomen waardoor wachtlijsten voor de juiste hulp korter worden. Toch verkiezen wij andere vakken boven dit. Waarom, ik heb geen idee. En wat maakt dat kinderen allemaal op dezelfde manier moeten kunnen leren. Er bestaat wel zoiets als speciaal onderwijs maar de naam ‘speciaal’ is al stigmatiserend genoeg voor een kind. Het speciaal onderwijs heeft veel voordelen en ook nadelen maar daar ga ik nu niet op in.
Waarom mogen kinderen niet leren op hun eigen tempo en krijgen kwaliteiten niet meer waardering en aandacht. Wat maakt dat wij allemaal goed moeten kunnen rekenen. Ik snap dat een bepaalde basiskennis fijn is. Toch gebeurt het nu ook dat als je op basisniveau rekenen beheerst maar wel heel taalkundig bent op misschien wel TL niveau je toch eerder het advies zal krijgen om naar kader te gaan of zelfs naar basis. Zeer waarschijnlijk ligt iemand zijn interesse ook meer bij iets wat je goed kan en zal je daar een baan in zoeken. Er zullen vast en zeker goeie redenen voor zijn. Toch is het jammer dat mensen nu niet altijd toegelaten worden voor een opleiding door een of twee punten die ze lastiger vinden. Terwijl het uiteindelijk niet enorm belangrijk is voor het beroep wat hun kiezen. De andere vraag is waarom is iemand ‘niet goed’ in een vak. Komt het omdat ze dat echt moeilijk vinden of komt het door de uitleg van de leraar of de leervorm? Ik was volgens de cito toets en de leraren van de basisschool niet in staat om veel verder te komen dan het basisonderwijs. Op alle scholen ging alles met de hak over de sloot en werd er altijd in twijfel genomen of ik het niveau wel aan kon. Dit, de maatstaven en met de maatschappij die mbo-leerlingen als laag opgeleide zien maakte dat ik de overtuiging ‘ik ben dom’ kreeg. Toch ben ik erachter gekomen tijdens mijn laatste opleiding dat ik allesbehalve dom ben. Sterker nog ik kan wel goed leren alleen leer ik beter in de praktijk, aan de hand van voorbeelden, levende praktijk verhalen een voor mij logische uitleg. Eigen motivatie en interesse is ook echt een must voor mij. De laatste opleiding heb ik met twee vingers in mijn neus doorlopen. Ik krijg nu vaak in de praktijk de opmerking jij bent zeker hbo opgeleid. Ik heb wel eens gevraagd aan mensen wat maakte dat ze dit dachten, vaak omdat ik wijs overkom met de kennis die ik heb, hoe ik dit overbreng en hoe ik naar situaties kijk. Dus was ik nou zo dom of liet het schoolsysteem steken vallen?
Veel van mijn cliënten met autisme kunnen enorm goed leren, tuurlijk de ene beter dan de ander maar toch behalen een hoop hun opleiding niet. Vaak omdat het naar school toe gaan, op school zijn in drukke klassen, onvoldoende uitleg en het plannen en organiseren lastig is voor ze. Het speciaal onderwijs gaat maar tot een bepaald niveau en is niet altijd uitdagend genoeg. Het verplicht in de aula pauze moeten houden en 8 uur aanwezig moeten zijn is niet haalbaar voor hun. Ze voelen zich al anders dan anderen en dan vervolgens het niet kunnen afronden of volhouden van een een reguleren baan vergroot dit gevoel. Wat weer somberheid en eenzaamheid veroorzaakt. Erg treurig en onnodig als je het mij vraagt.
Samengevat, als je op school meer zou leren over praten over je gevoelens. Hoe ga je met je emoties om en hoe kan je kenbaar maken wat je nodig hebt. Dan zouden leraren meer kennis bezitten om in te spelen op de verschillende behoeftes van de kinderen en kunnen ze beter bij hun aansluiten. Leren wij de volgende generaties beter om te gaan met onze valkuilen, krachten en dit op een gezonde manier aan te pakken waardoor de daaropvolgende generaties het weer van hun ouders kunnen leren. Zo hoeven minder mensen langdurig rond te lopen met vervelende gevoelens wat kan opstappelen tot psychische klachten. Mensen komen meer in hun kracht te staan en waarderen zichzelf en anderen meer om wie ze zijn i.p.v. wat ze zijn.
Want in mijn ogen is een loodgieter met een mbo-opleiding net zo slim en waardevol als een advocaat. De loodgieter kan misschien niet goed uit een boek vandaan leren zoals een advocaat maar ik zie een advocaat niet zelf zijn leiding repareren. Daar is een advocaat waarschijnlijk niet technische genoeg voor en die noemen wij ook niet dom om die reden.
p.s het is geen haat naar de leraren toe, want de meeste doen echt hun best om hun aandacht te verdelen over alle kinderen in de klas. De leraren zitten met overvolle klassen, verplichten leerplannen waar ze niet van mogen/kunnen afwijken en dat met een groot leraren tekort. Hierin zie ik een taak voor de overheid om de scholen en de toekomstige generatie te ondersteunen. Want ik geloof wel dat de leraren graag willen maar niet de mogelijkheid hebben.
Reactie plaatsen
Reacties